onmiddellijk

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ɔnˈmɪdələk]
Afbreekpatroon:	on·mid·del·lijk

1) zonder te wachten

Voorbeelden:	`Het brandalarm ging en we moesten onmiddellijk naar buiten.`, `In het woord 'onmiddellijk' worden de meeste spelfouten gemaakt.`
Synoniemen:	direct, seffens, meteen,

2)

in de onmiddellijke nabijheid

(vlakbij)

acuut   dadelijk   direct   dringend   gelijk   meteen   nu   pal   primair   rechtstreeks   terstond   

• •zonder uitstel •zonder omwegen
• waar niets tussen zit vb: hij woont in de onmiddellijke omgeving van het vliegveld Synoniem: direct
• zonder te wachten vb: je moet onmiddellijk komen Synoniemen: dadelijk direct [2] gelijk [3] meteen ogenblikkelijk acuut [2] Tegenstellingen: dadelijk straks zo aanstonds
• 1) Onwrikbaar 2) Dringend 3) Immediaat 4) Onverwijld 5) Zonder verwijl 6) Zonder omwegen 7) Meteen 8) Stante pede 9) Stijf 10) Op stel en sprong 11) Op staande voet 12) Vlak 13) Zonder uitstel 14) Subiet 15) Als de bliksem 16) À la minute 17) Zonder verlet 18) Primair 19) Zo 20) Pal 21) Spoorslags
• zonder bemiddeling, direct

Toon uitgebreidere definities

• onmiddellijkheid

onmiddellijk

1. Wat is correct: onmiddellijk of onmiddelijk? Zie onmiddellijk / onmiddelijk
2. Wat is juist: onmiddellijk of onmiddellijk? Zie Onmiddelijk / onmiddellijk
3. Waar komt op stel en sprong vandaan? Zie Op stel en sprong

Wat betekent onmiddellijk?

'zonder te wachten' en ''

Hoe spel je onmiddellijk?

onmiddellijk spel je O N M I D D E L L I J K

Wat is een ander woord voor onmiddellijk?

Andere woorden voor onmiddellijk zijn acuut, dadelijk, direct, dringend, gelijk, meteen, nu, pal, primair, rechtstreeks en terstond.

Zoek onmiddellijk op Woordenlijst.org
Zoek onmiddellijk op Google
Zoek onmiddellijk op Wikipedia