omzeilen

werkw.

Uitspraak:	[ɔmˈzɛilə(n)]
Afbreekpatroon:	om·zei·len
Vervoegingen:	omzeilde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft omzeild (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat je geen last hebt van iets vervelends

Voorbeeld:	`de beveiliging op een pc omzeilen`
Synoniem:	vermijden

Synoniemen

4 definities op Encyclo

ervoor zorgen dat je er niet mee te maken krijgt vb: hij omzeilt de problemen op een handige manier
1) Omstevenen 2) Uit de weg gaan 3) Ontlopen 4) Doubleren 5) Ontwijken 6) Behoedzaam ontwijken 7) Behendig ontwijken 8) Vermijden
1> al zeilend ergens omheen varen. 2> al zeilend omslaan, ook omverzeilen en overzeilen.
Omzeilen is een obstakel uit de weg gaan. [basiswoordenlijst groep 7]

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van omzeilen is 'omzeilde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft omzeild'.

'zorgen dat je geen last hebt van iets vervelends'

omzeilen spel je O M Z E I L E N

Andere woorden voor omzeilen zijn ontwijken en vermijden.

Op andere websites

Recentelijk gezocht