de omwonende

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [ɔm'wonəndə]
Afbreekpatroon:  om·wo·nen·de
Verbuigingen:  omwonenden (meerv.)

iemand die in de buurt woont
Voorbeelden:  `De gemeente heeft toegezegd de overlast voor omwonenden zo beperkt mogelijk te houden.`,
`De verlenging van de vergunning leidde tot grote bezwaren van alle omwonenden.`


1 definitie op Encyclo
  • 1) Buur
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de omwonende' of 'het omwonende'?
Het is 'de omwonende', want omwonende is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die omwonende'.
Wat is het meervoud van omwonende?
Het meervoud van omwonende is 'omwonenden'. Eén omwonende, twee omwonenden.
Wat betekent omwonende?
'iemand die in de buurt woont'
Hoe spel je omwonende?
omwonende spel je O M W O N E N D E

Op andere websites
Zoek omwonende op Woordenlijst.org
Zoek omwonende op Google
Zoek omwonende op Wikipedia