omscholen
werkw.
| Uitspraak: | ['ɔmsxolə(n)] |
| Afbreekpatroon: | om·scho·len |
| Vervoegingen: | schoolde om (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft omgeschoold (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
(iemand) opleiden voor een ander beroep | Voorbeeld: | `Er zullen enkele ambtenaren van het ministerie worden omgeschoold tot voorlichters.` | |
2 definities op Encyclo
- 1) Opleiden tot een ander vak 2) Een ander vak leren 3) Heropleiden
- opleiden voor een ander vak Jaar van herkomst: 1957 (Aanv WNT )
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
omscholen (opleiden voor een ander vak)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van omscholen?
De verleden tijd van omscholen is 'schoolde om'. Het voltooid deelwoord is 'heeft omgeschoold'.
Wat betekent omscholen?
'(iemand) opleiden voor een ander beroep'
Hoe spel je omscholen?
omscholen spel je O M S C H O L E N Op andere websites
Zoek
omscholen op Woordenlijst.org
Zoek
omscholen op Google
Zoek
omscholen op Wikipedia