zich omkleden

reflexief werkw.
Uitspraak:  ['ɔmkledə(n)]
Afbreekpatroon:  om·kle·den
Vervoegingen:  kleedde zich om (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft zich omgekleed (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

andere kleren aandoen
Voorbeeld:  `Ik moet me nog even omkleden en dan kunnen we gaan.`
Synoniem:  verkleden


Synoniemen
bekleden   inkleden   verkleden   

4 definities op Encyclo
  • • [refl] "zich ~" andere kleren aandoen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • andere kleren aantrekken vb: voor ik dat vuile werk ging doen, heb ik me eerst omgekleed Synoniem: verkleden
  • 1) Herkleden 2) Anders kleden 3) Andere kleding aandoen 4) Inkleden 5) Verkleden 6) Verhullen 7) Rondom bedekken 8) Bekleden 9) Hullen 10) Omhullen 11) Stofferen
  • Omkleden is andere kleren aantrekken. [basiswoordenlijst groep 4]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met omkleden:
omkleden met

Taaladvies
  1. Is het correct om de woorden (zich) verkleden en (zich) omkleden te gebruiken in de betekenis `andere kleren aandoen`? Zie Verkleden / omkleden
  2. Gebruik je kleding, kledij of kleren in de volgende zin: Tieners zijn erg bezig met hun kledij/kleding/kleren? Zie Kledij / kleding / kleren
  3. Wie na het werk andere kleren aantrekt, kleedt die zich om of verkleedt die zich? Zie Omkleden / verkleden


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van omkleden?
De verleden tijd van omkleden is 'kleedde zich om'. Het voltooid deelwoord is 'heeft zich omgekleed'.
Wat betekent omkleden?
'andere kleren aandoen'
Hoe spel je omkleden?
omkleden spel je O M K L E D E N
Wat is een ander woord voor omkleden?
Andere woorden voor omkleden zijn bekleden, inkleden en verkleden.

Op andere websites
Zoek omkleden op Woordenlijst.org
Zoek omkleden op Google
Zoek omkleden op Wikipedia