omhullen

werkw.
Uitspraak:  [ɔm'hʏlə(n)]
Afbreekpatroon:  om·hul·len
Vervoegingen:  omhulde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft omhuld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

aan alle kanten bedekken
Voorbeeld:  `een beschermend pak dat het lichaam volledig omhult.`


Synoniemen
bedekken   bemantelen   hullen   inhullen   inkapselen   maskeren   verhullen   versluieren   

3 definities op Encyclo
  • rondom bedekken, in iets wikkelen vb: zij omhulde zich met een grote sjaal
  • 1) Verhullen 2) Versluieren 3) Inhullen 4) Inkapselen 5) Huiven 6) Wikkelen 7) Wikkelen in 8) Bemantelen 9) Bedekken 10) Enroberen 11) Maskeren 12) Omwikkelen 13) Omhuiven 14) Omtrekken 15) Omtogen 16) Omhangen 17) Omringen 18) Aan alle kanten bedekken 19) Omtijgen
  • Door bierbeslag halen.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
omhullen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van omhullen?
De verleden tijd van omhullen is 'omhulde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft omhuld'.
Wat betekent omhullen?
'aan alle kanten bedekken'
Hoe spel je omhullen?
omhullen spel je O M H U L L E N
Wat is een ander woord voor omhullen?
Andere woorden voor omhullen zijn bedekken, bemantelen, hullen, inhullen, inkapselen, maskeren, verhullen en versluieren.

Op andere websites
Zoek omhullen op Woordenlijst.org
Zoek omhullen op Google
Zoek omhullen op Wikipedia