nopjes

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈnɔpjəs]
Afbreekpatroon:  nop·jes

in je nopjes zijn met iets  (heel blij of tevreden zijn met iets)

Zie ook:  nop


Spreekwoorden en zegswijzen
• in zijn nopjes zijn (=erg blij ergens mee zijn)
Naar de spreekwoorden

3 definities op Encyclo
  • •"in zijn ~ zijn": vergenoegd zijn.
  • 1) Sas
  • Spreekwoorden: (1914) Hij is in zijn nopjes (of knopjes) d.w.z. hij is in zijn schik; eig. in die kleeren, waar noppen of knoppen1), pluisjes op zitten (vgl. nopjesgoed, nopjeslaken en Heemsk. Arcadia, 21: De onderrok was van witte nopjes); dus in zijne mooie kleeren, in feestgewaad, en vandaar bij overdracht...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
nopjes (in in zijn nopjes zijn)

Taaladvies
Waar komt de zegswijze in je nopjes zijn vandaan? Zie In je nopjes zijn

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Hoe spel je nopjes?
nopjes spel je N O P J E S

Op andere websites
Zoek nopjes op Woordenlijst.org
Zoek nopjes op Google
Zoek nopjes op Wikipedia