noodzaken

werkw.

Uitspraak:	[ˈnotsakə(n)]
Afbreekpatroon:	nood·za·ken
Vervoegingen:	noodzaakte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft genoodzaakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

maken dat je iets moet doen

Voorbeeld:	`genoodzaakt zijn je huis te verkopen`
Synoniemen:	nopen tot, dwingen

Zie ook:

Synoniemen

3 definities op Encyclo

hem iets opleggen vb: hij was genoodzaakt te sluiten Synoniem: verplichten
1) Dwingen 2) Eisen 3) Nopen 4) Obligeren 5) Aanzetten 6) Verplichten 7) Verplichten tot 8) Moeten 9) Pressen 10) Necessiteren 11) Kosten
iemand (hoe dan ook) dwingen

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van noodzaken is 'noodzaakte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft genoodzaakt'.

'maken dat je iets moet doen'

noodzaken spel je N O O D Z A K E N

Andere woorden voor noodzaken zijn dwingen, nopen en verplichten.

Op andere websites

Recentelijk gezocht