noemen

werkw.

Uitspraak:	[ˈnumə(n)]
Afbreekpatroon:	noe·men
Vervoegingen:	noemde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft genoemd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) aanduiden met een woord

Voorbeeld:

`Ze heel voluit Gerarda, maar wij noemen onze dochter Gerrie.`

2) vermelden

Voorbeeld:

`genoemd worden als opvolger`

aanduiden   aanspreken   benoemen   citeren   een naam geven   erbij zeggen   gewag maken van   melding maken van   reppen over   vermelden   vernoemen   

• man en paard noemen (=niets verzwijgen)
• laten we elkaar geen mietje noemen (=laten we precies zeggen hoe we denken over de ander)
• het kind bij de naam noemen (=eerlijk voor de mening uitkomen)
• het beestje bij zijn naam noemen (=duidelijk en precies zeggen hoe je over iets of iemand denkt; precies zeggen hoe iets zit)
• de dingen bij hun naam noemen (=zeggen waar het op staat)
Naar de spreekwoorden

• •met een naam aanduiden. •vermelden door het uitspreken van de naam.
• iets een naam geven vb: ze noemden hun dochter Ilse noem je dat werken? [dat is geen werken]
• 1) Mentioneren 2) Aanduiden 3) Aanspreken 4) Heten 5) Betitelen 6) Bevelen 7) Aanwijzen 8) Citeren 9) Naam geven 10) Gebieden 11) Gewag maken van 12) Reppen over 13) De naam zeggen 14) De naam vermelden 15) Een naam geven 16) Zeggen 17) Verklaren 18) Vermelden 19) Melding maken van
• een naam geven
• een naam geven Jaar van herkomst: 1249 (CG I 1, 42 )

Toon uitgebreidere definities

• noemend• noemenswaard• noemenswaardig

• benoemen• herbenoemen• opnoemen• vernoemen• overnoemen• een kat een kat noemen

noemen (een naam geven; vermelden)

1. Zijn noemen en heten synoniemen? Zie Noemen / heten
2. Wat is correct: Hij is genaamd naar zijn grootvader, Hij is genoemd naar zijn grootvader of Hij is vernoemd naar zijn grootvader? Zie genaamd / genoemd / vernoemd naar zijn grootvader
3. Wat is correct: Hij is al verschillende keren vernoemd in die fraudezaak of Hij is al verschillende keren genoemd in die fraudezaak? Zie vernoemd / genoemd (in een zaak)

Wat is de verleden tijd van noemen?

De verleden tijd van noemen is 'noemde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft genoemd'.

Wat betekent noemen?

'aanduiden met een woord' en 'vermelden'

Hoe spel je noemen?

noemen spel je N O E M E N

Wat is een ander woord voor noemen?

Andere woorden voor noemen zijn aanduiden, aanspreken, benoemen, citeren, een naam geven, erbij zeggen, gewag maken van, melding maken van, reppen over, vermelden en vernoemen.

Zoek noemen op Woordenlijst.org
Zoek noemen op Google
Zoek noemen op Wikipedia