nivelleren

werkw.

Uitspraak:	[nivɛ'lerə(n)]
Afbreekpatroon:	ni·vel·le·ren
Vervoegingen:	nivelleerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft genivelleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

verschillen verkleinen

Voorbeeld:

`Ons belastingsysteem werkt nivellerend: hoe meer je verdient, hoe hoger het percentage.`

Synoniemen

9 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Nivelleren``] Zie Waterpassen
de verschillen kleiner maken vb: de regering heeft de inkomens genivelleerd
1) Waterpas maken 2) Vervlakken 3) Gelijk maken 4) Gelijkmaken 5) Op hetzelfde niveau brengen 6) Op hetzelfde peil brengen 7) Waterpassen 8) Afvlakken 9) Effenen
de grond of bodem vlakmaken; niveauverschillen wegwerken; egaliseren; gelijkmaken een fysisch proces, bv. een verplaatsing van lucht of water, gelijkmatiger doen verlopen en zodoende de kracht ervan temperen iets of iemand op een zelfde niveau brengen door de verschillen tussen personen of zaken kleiner te ma...
Door verlenging van de duur van activiteiten, vertraging van activiteiten of door het inzetten van extra capaciteit bereiken dat overbelasting van een bron wordt opgeheven.

Deze woorden beginnen met nivelleren:

Deze woorden eindigen op nivelleren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van nivelleren is 'nivelleerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft genivelleerd'.

'verschillen verkleinen'

nivelleren spel je N I V E L L E R E N

Andere woorden voor nivelleren zijn gelijkmaken en vlak maken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht