neerschieten

werkw.
Uitspraak:  ['nersxitə(n)]
Afbreekpatroon:  neer·schie·ten
Vervoegingen:  schoot neer (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft neergeschoten (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met een (vuur)wapen beschieten
Voorbeelden:  `De overvallers schoten drie winkelmedewerkers neer; twee zijn onmiddellijk overleden en de derde ligt nog in het ziekenhuis.`,
`Er zijn twee gevechtsvliegtuigen en een helikopter neergeschoten.`


Synoniemen
doden   doodschieten   neerleggen   overhoopschieten   schieten op   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Fusilleren 2) Doodschieten 3) Doden 4) Met zeker wapen doden 5) Overhoopschieten 6) Omverblazen 7) Neerknallen 8) Met een zeker wapen doden 9) Neerleggen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van neerschieten?
De verleden tijd van neerschieten is 'schoot neer'. Het voltooid deelwoord is 'heeft neergeschoten'.
Wat betekent neerschieten?
'met een (vuur)wapen beschieten'
Hoe spel je neerschieten?
neerschieten spel je N E E R S C H I E T E N
Wat is een ander woord voor neerschieten?
Andere woorden voor neerschieten zijn doden, doodschieten, neerleggen, overhoopschieten en schieten op.

Op andere websites
Zoek neerschieten op Woordenlijst.org
Zoek neerschieten op Google
Zoek neerschieten op Wikipedia