naderen

werkw.

Uitspraak:	[ˈnadərə(n)]
Afbreekpatroon:	na·de·ren
Vervoegingen:	naderde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft genaderd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

dichterbij komen

Voorbeelden:

`de naderende feestdagen`, `We naderen station Utrecht.`

aandienen   aankomen   aanvliegen   afgaan op   dichterbij komen   genaken   in aantocht zijn   naken   tegemoetkomen   toenaderen   

Hoe kun je naderen krachtiger uitdrukken?
met rasse schreden naderen;

• •in aantocht zijn.
• langzaam dichterbij komen vb: het onweer nadert
• 1) Opdagen 2) Oplopen 3) Het doel bereiken 4) Eraan komen 5) Naken 6) Nabijkomen 7) Aankomen 8) Aanschrijden 9) Aansjouwen 10) Naderbij komen 11) Aanstromen 12) Aantreden 13) Aanvliegen 14) Aanrukken 15) Aanzakken 16) Baten 17) Communiceren 18) Afkomen 19) Afgaan op 20) Dichterbij iets komen 21) Dichterbij ko...
• dichterbij komen
• Naderen is dichterbij komen. [basiswoordenlijst groep 5]

Toon uitgebreidere definities

• naderend

• benaderen

naderen

Wat is de verleden tijd van naderen?

De verleden tijd van naderen is 'naderde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft genaderd'.

Wat betekent naderen?

'dichterbij komen'

Hoe spel je naderen?

naderen spel je N A D E R E N

Wat is een ander woord voor naderen?

Andere woorden voor naderen zijn aandienen, aankomen, aanvliegen, afgaan op, dichterbij komen, genaken, in aantocht zijn, naken, tegemoetkomen en toenaderen.

Zoek naderen op Woordenlijst.org
Zoek naderen op Google
Zoek naderen op Wikipedia