de naamdag

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['namdɑx]
Afbreekpatroon:  naam·dag
Verbuigingen:  naamdagen (meerv.)

dag van het jaar waarop de sterfdag van een heilige wordt gevierd als het verjaardagsfeest van ieder die naar de heilige is vernoemd
Synoniem:  naamfeest


Synoniemen
feest   

4 definities op Encyclo
  • 1) Dag 2) Katholieke feestdag 3) Gedenkdag 4) Feestelijke datum 5) Feestdag (r.k.) 6) Feestdag 7) Feest 8) Verjaardag 9) Naamfeest 10) Gedenkdag van de heilige naar wie men heet
  • dag genoemd naar de heilige aan wie hij is gewijd; gedenkdag van een heilige gedenkdag van de beschermheilige wiens naam men draagt en die soms ook als feestdag voor betreffende persoon wordt gevierd
  • De 'naamdag' ('panigyria') van een persoon is de gedenkdag van de heilige naar wie deze katholieke of orthodoxe persoon vernoemd is (meestal tijdens de doop, de zogenaamde doopnaam). In Nederland en Vlaanderen wordt iemands naamdag niet vaak gevierd, met uitzondering van enkele plaatsen in Limburg.
  • Zie: beschermheilige.
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de naamdag' of 'het naamdag'?
Het is 'de naamdag', want naamdag is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die naamdag'.
Wat is het meervoud van naamdag?
Het meervoud van naamdag is 'naamdagen'. Eén naamdag, twee naamdagen.
Wat betekent naamdag?
'dag van het jaar waarop de sterfdag van een heilige wordt gevierd als het verjaardagsfeest van ieder die naar de heilige is vernoemd'
Hoe spel je naamdag?
naamdag spel je N A A M D A G
Wat is een ander woord voor naamdag?
Een ander woord naamdag is feest.

Op andere websites
Zoek naamdag op Woordenlijst.org
Zoek naamdag op Google
Zoek naamdag op Wikipedia