het naambord

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈnambɔrt]
Afbreekpatroon:  naam·bord
Verbuigingen:  naamborden (meerv.)

bordje bij de deur van een huis waarop staat wie er woont


4 definities op Encyclo
  • 1. Algemene benaming voor paneel aan de muur van kerk of kerkelijke ruimte waarop de namen zijn gecalligrafeerd van bijvoorbeeld predikanten, geestelijken, kerkelijke ambtenaren, regenten, met toevoeging van de jaartallen van hun ambtstermijn. Ook borden met namen van wezen, jongelingen etc. Zijn de namen gec...
  • 1) Aanduidingsmiddel 2) Straataanduiding 3) Naamplaat 4) Naamplaatje
  • houten plank, of plaat, tegenwoordig vaak van kunststof, waarop de naam of kenspreuk en thuishaven van het schip vermeld staan. Soms ook statieplank of naamplank genoemd. Volgens veel reglementen dienen op een schip de naam of kenspreuk en de thuishaven duidelijk zichtbaar aangebracht zijn.
  • naamplaat(je)
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op naambord:
straatnaambordplaatsnaambord

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de naambord' of 'het naambord'?
Het is 'het naambord', want naambord is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat naambord'.
Wat is het meervoud van naambord?
Het meervoud van naambord is 'naamborden'. Eén naambord, twee naamborden.
Wat betekent naambord?
'bordje bij de deur van een huis waarop staat wie er woont'
Hoe spel je naambord?
naambord spel je N A A M B O R D

Op andere websites
Zoek naambord op Woordenlijst.org
Zoek naambord op Google
Zoek naambord op Wikipedia