muzikaal

bijv.naamw.

Uitspraak:	[myziˈkal]
Afbreekpatroon:	mu·zi·kaal

als je aanleg hebt voor het maken van muziek

Voorbeeld:

`Niet alle kinderen van Bach waren muzikaal.`

• Er wordt wel eens van een versterker, CD-speler of luidspreker systeem gezegd dat `ie - het `zeer muzikaal` is. Nou, zet dat apparaat maar eens op de pianokruk, of geef het een viool of guitaar, en laat dan maar eens horen wat het kan. Muzikaliteit is een eigenschap van (sommige) mensen. Niet van apparaten...
• goed in het maken van muziek vb: Herwin is niet zo muzikaal wat met de muziek te maken heeft vb: een orkest zorgde voor de muzikale ondersteuning
• 1) De toonkunst betreffende 2) Welluidend 3) Voor muziek begaafd 4) Begaafd voor muziek 5) Begaafd in muziek 6) De muziek betreffend 7) Toonkunstig 8) De toonkunst betreffend
• Muzikaal is talent hebben voor muziek, om een instrument te bespelen. [basiswoordenlijst groep 4]

Toon uitgebreidere definities

• amuzikaal

muzikaal

Wat is correct: muzikaal of muziekaal? Zie muzikaal / muziekaal

Wat betekent muzikaal?

'als je aanleg hebt voor het maken van muziek'

Hoe spel je muzikaal?

muzikaal spel je M U Z I K A A L

Zoek muzikaal op Woordenlijst.org
Zoek muzikaal op Google
Zoek muzikaal op Wikipedia