murmelen

werkw.

Afbreekpatroon:	mur·me·len
Herkomst:	«Latijn
Vervoegingen:	murmelde (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft gemurmeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) iets binnensmonds zeggen

Voorbeeld:

`Wat zit je nou te murmelen?`

2) het zacht ruisen van een riviertje of beek

Voorbeeld:

`een murmelend beekje`

Synoniemen

5 definities op Encyclo

zacht en onduidelijk praten vb: praat eens wat duidelijker, zit niet zo te murmelen!
1) Binnensmonds zeggen 2) Binnensmonds praten 3) Mompelen 4) Ontevreden mompelen 5) Onverstaanbaar spreken 6) Prevelen 7) Brommen 8) Ruisen 9) Stroelen 10) Mummelen 11) Voor zich heen spreken 12) Morren 13) Fezelen 14) Zacht ruisen 15) Geluid van een beek
binnensmonds zeggen, mompelen
binnensmonds zeggen Jaar van herkomst: 1542 (Claes Tw. 12 )
het mompelen door ernstig zieke mensen

Deze woorden beginnen met murmelen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van murmelen is 'murmelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemurmeld'.

'iets binnensmonds zeggen' en 'het zacht ruisen van een riviertje of beek'

murmelen spel je M U R M E L E N

Andere woorden voor murmelen zijn brommen, mompelen, morren, mummelen, murmeren en ruisen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht