I de morgen

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈmɔrxə(n)]
Afbreekpatroon:  mor·gen
Verbuigingen:  morgens (meerv.)

deel van de dag tussen nacht en middag
Voorbeeld:  `vroeg in de morgen`
Synoniem:  ochtend


II morgen

bijwoord
Uitspraak:  [ˈmɔrxə(n)]
Afbreekpatroon:  mor·gen

dag na vandaag
Voorbeeld:  `Dat doen we morgen wel.`


Synoniemen
aanvang   binnenkort   dageraad   ochtend   

Spreekwoorden en zegswijzen
• stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen. (=wacht niet, morgen kan te laat zijn)
morgen komt er weer een dag (=niet zo haastig, morgen kan het ook nog)
morgen gaat het beter (=als het vandaag niet zo best is gegaan...)
morgen des levens (=de jeugd)
morgen brengen (=dat geloof je toch zelf niet! dat doe ik beslist niet!)
Toon alle 12 spreekwoorden die morgen bevatten

10 definities op Encyclo
  • [I] de dag na vandaag [II] landmaat [III] ochtend
  • •het eerste deel van de dag. •een oude Nederlandse oppervlaktemaat, die afhankelijk van de streek gewoonlijk iets kleiner dan een hectare was.
  • tijd vanaf zonsopgang tot de middag vb: 's morgens sta ik vroeg op goede morgen [groet] de morgen breekt aan [het wordt dag]
  • Let op: Spelling van 1858 eene oud-Nederlandsche vlaktemaat, 600 vierkante Rijnlandsche roeden groot
  • 1) Maat 2) Oude oppervlaktemaat 3) Oude lengtemaat 4) Dageraad 5) Binnenkort 6) Dagaanduiding 7) Deel van een etmaal 8) Deel van een dag 9) Ochtend 10) Vroegere maat 11) Toekomst 12) Aanvang 13) Deel van de dag 14) Ochtendstond 15) Groet 16) Mythisch wezen 17) Nummer van Boudewijn de Groot 18) Nu en dan
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met morgen:
morgenavondmorgengavemorgenkriekenMorgenlandmorgenlichtmorgenmiddagmorgennachtmorgenochtendmorgenschemeringmorgenstondmorgenstraalmorgenuurmorgenvroegmorgenzon

Deze woorden eindigen op morgen:
goedemorgengoeiemorgenovermorgenvanmorgenzondagmorgenzomermorgenzaterdagmorgenwoensdagmorgenwintermorgenvrijdagmorgenvoorjaarsmorgenoverovermorgenover-overmorgennieuwjaarsmorgennajaarsmorgenmaandagmorgenlentemorgenkerstmorgenherfstmorgengistermorgen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. morgen (eerste deel van de dag; op de dag na vandaag)
  2. morgen (landmaat)


Taaladvies
Wat is een bijwoord? Zie Bijwoord

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de morgen' of 'het morgen'?
Het is 'de morgen', want morgen is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die morgen'.
Wat is het meervoud van morgen?
Het meervoud van morgen is 'morgens'. Eén morgen, twee morgens.
Wat betekent morgen?
'deel van de dag tussen nacht en middag'
Hoe spel je morgen?
morgen spel je M O R G E N
Wat is een ander woord voor morgen?
Andere woorden voor morgen zijn aanvang, binnenkort, dageraad en ochtend.

Op andere websites
Zoek morgen op Woordenlijst.org
Zoek morgen op Google
Zoek morgen op Wikipedia