moraliseren

werkw.

Uitspraak:	[morali'zerə(n)]
Afbreekpatroon:	mo·ra·li·se·ren
Vervoegingen:	moraliseerde (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft gemoraliseerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

anderen vertellen wat juist gedrag is

Voorbeeld:	`Die moraliserende antirookcampagnes hadden nauwelijks effect.`
Antoniem:	demoraliseren

Synoniemen

2 definities op Encyclo

1) Zedelijk maken 2) Zedemieren 3) Zedenpreken 4) Zedenpreken houden 5) Zedepreken houden
zedenpreken Jaar van herkomst: 1481 (MNW )

Deze woorden eindigen op moraliseren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Schrijf je dit Duitse leenwoord in het Nederlands met of zonder hoofdletter? Zie prinzipienreiterei / Prinzipienreiterei
Is moraal juist in: `Chocolade is slecht voor de lijn maar goed voor de moraal`? Zie Moreel / moraal

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van moraliseren is 'moraliseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemoraliseerd'.

'anderen vertellen wat juist gedrag is'

moraliseren spel je M O R A L I S E R E N

Een ander woord moraliseren is zedenpreken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht