de monogamie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[monoxa'mi]
Afbreekpatroon:	mo·no·ga·mie

het samenleven met één partner

polygamie (antoniem)   

• 'Monogamie' (via het Gr.: 'monos' = enkel, 'gamos' = huwelijk) is het aangaan van een (huwelijks)relatie met één partner. Wanneer iemand enkele malen achtereenvolgens één partner heeft, wordt dit óók 'monogamie' genoemd. Een andere term hiervoor is 'serieel monogaam'.
• Let op: Spelling van 1858 eenvoudig huwelijk, in tegenoverstelling der veelwijverij of veelmannerij; ook stand van hen, die maar eens gehuwd geweest zijn. Monogynus, eenwijvig
• [psychologie en sociologie] Samenleving waarin bij wet of gewoonte geregeld is dat men slechts met één partner tegelijk getrouwd kan zijn. In tegenstelling tot polygamie, waarbij men met meer dan één persoon tegelijk in de echt verbonden is.
• 1) Huwelijk met één persoon 2) Het trouwen met één vrouw 3) Relatievorm 4) Enkelvoudige relatie 5) Trouw aan één partner 6) Enkelvoudige echt 7) Enkelvoudig huwelijk
• enkelvoudige echt

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de monogamie' of 'het monogamie'?

Het is 'de monogamie', want monogamie is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die monogamie'.

Wat betekent monogamie?

'het samenleven met één partner'

Hoe spel je monogamie?

monogamie spel je M O N O G A M I E

Wat is het tegenovergestelde van monogamie?

Een antoniem van monogamie is polygamie.

Zoek monogamie op Woordenlijst.org
Zoek monogamie op Google
Zoek monogamie op Wikipedia