de monocultuur

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  ['monokʏltyr]
Afbreekpatroon:  mo·no·cul·tuur
Verbuigingen:  monoculturen (meerv.)

cultuur waarin slechts één variëteit voorkomt
Voorbeelden:  `Door de invoering van de monocultuur van bananen voor de export, is de lokale voedselproductie sterk teruggelopen.`,
`De politieke monocultuur in Latijns-Amerika lijkt doorbroken te zijn.`


8 definities op Encyclo
  • 'Monocultuur' betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas verbouwd wordt. Bekende monoculturen in de tropen zijn de plantages van onder andere oliepalm, thee en banaan.
  • • [landbouw] landbouw met één gespecialiseerd gewas. • [sociologie] eenzijdige samenstelling van mensen, producten of diensten binnen een samenleving.
  • Het in grote gebieden verbouwen van maar één soort gewas.
  • Het verbouwen van slechts één gewas. Als dan de wereldprijs voor dit product daalt, kan dat een klap zijn voor de economie van het land. Tegenovergestelde : polycultuur.
  • het voortdurend verbouwen van één product
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de monocultuur' of 'het monocultuur'?
Het is 'de monocultuur', want monocultuur is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die monocultuur'.
Wat is het meervoud van monocultuur?
Het meervoud van monocultuur is 'monoculturen'. Eén monocultuur, twee monoculturen.
Wat betekent monocultuur?
'cultuur waarin slechts één variëteit voorkomt'
Hoe spel je monocultuur?
monocultuur spel je M O N O C U L T U U R

Op andere websites
Zoek monocultuur op Woordenlijst.org
Zoek monocultuur op Google
Zoek monocultuur op Wikipedia