mompelen

werkw.

Uitspraak:	[ˈmɔmpələ(n)]
Afbreekpatroon:	mom·pe·len
Vervoegingen:	mompelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gemompeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

onduidelijk praten met je mond bijna dicht

Voorbeeld:

`Als je zo zit te mompelen, versta ik je niet.`

Synoniemen

4 definities op Encyclo

•geluiden maken die moeilijk te verstaan zijn. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
het onverstaanbaar zeggen, binnensmonds vb: je moet niet mompelen, maar duidelijk praten Synoniem: prevelen
1) Smiespelen 2) Oeken 3) Rullen 4) Mummelen 5) Murmelen 6) Murmureren 7) Half verstaanbaar iets zeggen 8) Brommen 9) Onverstaanbaar spreken 10) Onduidelijk spreken 11) Binnensmonds zeggen 12) Binnensmonds spreken 13) Binnensmonds praten 14) Mommelen 15) Voor zich heen spreken 16) Preutelen 17) Prevelen
binnensmonds spreken Jaar van herkomst: 1477 (Teuth. )

Deze woorden beginnen met mompelen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van mompelen is 'mompelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemompeld'.

'onduidelijk praten met je mond bijna dicht'

mompelen spel je M O M P E L E N

Andere woorden voor mompelen zijn brommen, fluisteren, mommelen, morren, mummelen, murmelen, murmeren, prevelen en ruisen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht