misselijk

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈmɪsələk]
Afbreekpatroon:	mis·se·lijk

1) een beetje ziek met het gevoel alsof je moet overgeven

Voorbeeld:

`misselijk worden in de achtbaan`

2) gemeen, naar

Voorbeeld:

`een misselijke opmerking`

Synoniemen

Intensiveringen

Hoe kun je misselijk krachtiger uitdrukken?
kotsmisselijk; misselijk als een kat; misselijk als een krab; schijtmisselijk;

5 definities op Encyclo

•tot braken geneigd. •een nare indruk makend, onuitstaanbaar.
gemeen, onuitstaanbaar vb: wat een misselijke streek met gevoel in je buik, alsof je moet overgeven vb: hij werd misselijk van al die taart
1) Walgelijk 2) Miserabel 3) Ongesteld 4) Onaangenaam 5) Onpasselijk 6) Onsmakelijk 7) Onuitstaanbaar 8) Onwel 9) Zonderling 10) Niet lekker 11) Wagenziek 12) Mottig 13) Katterig 14) Flauw 15) Olijk 16) Wee 17) Raar 18) Naar 19) Akelig 20) Weerzinwekkend 21) Zeeziek 22) Ibbel 23) Hachelijk 24) Gering
onpasselijk
onpasselijk Jaar van herkomst: 1611-1620 (WNT )

Deze woorden beginnen met misselijk:

Deze woorden eindigen op misselijk:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker