het merendeel

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['merəndel]
Afbreekpatroon:	me·ren·deel

de meeste dingen of mensen

Voorbeeld:

`Het merendeel van de bomen moest worden omgehakt.`

grootste deel   gros   meerderheid   meerendeel   

• het grootste gedeelte vb: het merendeel van de inwoners van Parijs vindt dit een goed plan
• 1) Grootste deel 2) Het grootste part 3) Grootste gedeelte 4) Het gros 5) De meesten 6) Hoofdmoot 7) Meerderheid 8) Gros 9) Het grootste gedeelte 10) De meeste
• grootste gedeelte; de meeste (van de genoemde zaken of dieren); de meesten (van de genoemde personen)

Toon uitgebreidere definities

• merendeels

merendeel

Wat is correct: meredeel of merendeel? Zie meredeel / merendeel

Is het 'de merendeel' of 'het merendeel'?

Het is 'het merendeel', want merendeel is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat merendeel'.

Wat betekent merendeel?

'de meeste dingen of mensen'

Hoe spel je merendeel?

merendeel spel je M E R E N D E E L

Wat is een ander woord voor merendeel?

Andere woorden voor merendeel zijn grootste deel, gros, meerderheid en meerendeel.

Zoek merendeel op Woordenlijst.org
Zoek merendeel op Google
Zoek merendeel op Wikipedia