menig

pronoun

Uitspraak:	['menəx]
Afbreekpatroon:	me·nig

meer dan één, maar niet heel veel

Voorbeeld:	`Hierover is al menig artikel verschenen.`
Synoniem:	aardig wat

aardig wat   ettelijke   

• menig heeft te veel, niemand heeft genoeg. (=sommige mensen hebben nooit genoeg)
• kaart, keurs en kan, bederven menig man. (=ten onder gaan aan gokken, vrouwen en drank)
Naar de spreekwoorden

• een vrij groot aantal vb: menig onderwijzer heeft moeite met rekenen
• 1) Onbepaald hoofdtelwoord 2) Veel meer dan één 3) Onbepaald bijvoeglijk naamwoord 4) Voornaamwoord 5) Heel wat 6) Onbepaald telwoord 7) Onbepaald voornaamwoord 8) Onbepaalde hoeveelheid 9) Ontelbaar 10) Zeer veel 11) Talloos 12) Talrijk 13) Tamelijk veel 14) Nogal veel 15) Ettelijke 16) Meer dan één
• een vrij groot aantal; aardig wat; behoorlijk wat; veel meer dan één Het onbepaald voornaamwoord menig(e) komt meer in geschreven dan in gesproken taal voor. Het kan zowel naar personen als naar zaken verwijzen. Het wordt gebruikt in combinatie met enkelvoudige telbare zelfstandige naamwoorden ( menig man e...
• onbepaald voornaamwoord
• onbepaald voornaamwoord Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS )

Toon uitgebreidere definities

• menigeen• menigmaal• menigte• menigvoud• menigvoudig• menigvuldig• menigvuldigheid• menigwerf

menig (meer dan een)

1. Wat is goed: Menig ouder is snel bezorgd of Menige ouder is snel bezorgd? Zie Menig(e) ouder is snel bezorgd
2. Moet er een e achter menig staan in `Menig(e) leerling had een onvoldoende`? Zie Menig / menige leerling

Wat betekent menig?

'meer dan één, maar niet heel veel'

Hoe spel je menig?

menig spel je M E N I G

Wat is een ander woord voor menig?

Andere woorden voor menig zijn aardig wat en ettelijke.

Zoek menig op Woordenlijst.org
Zoek menig op Google
Zoek menig op Wikipedia