meetrekken

werkw.

Uitspraak:	['metrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:	mee·trek·ken
Vervoegingen:	trok mee (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft meegetrokken (volt.deelw.)

door kracht of invloed aanzetten tot navolging van gedrag

Voorbeelden:

`Het hondje laat zich gewillig meetrekken.`, `Of je wilt of niet, je wordt meegetrokken in de sfeer van het spel.`

meeslepen   meesleuren   meetronen   trekken   

• mee optrekken - Voorbeeld: Verder over zijwegen, ontmoetten ze nu nog mensen, maar niemand van kennis en geen die meetrok in hunne richting
• 1) Meetronen 2) Meeslepen 3) Slepen 4) Meesleuren

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van meetrekken?

De verleden tijd van meetrekken is 'trok mee'. Het voltooid deelwoord is 'heeft meegetrokken'.

Wat betekent meetrekken?

'door kracht of invloed aanzetten tot navolging van gedrag'

Hoe spel je meetrekken?

meetrekken spel je M E E T R E K K E N

Wat is een ander woord voor meetrekken?

Andere woorden voor meetrekken zijn meeslepen, meesleuren, meetronen en trekken.

Zoek meetrekken op Woordenlijst.org
Zoek meetrekken op Google
Zoek meetrekken op Wikipedia