meespelen

werkw.
Uitspraak:  ['mespelə(n)]
Afbreekpatroon:  mee·spe·len
Vervoegingen:  speelde mee (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft meegespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) samen met anderen spelen
Voorbeeld:  `een keer meespelen in een ander team`

2) ook een beetje belangrijk zijn
Voorbeeld:  `Ze is de jongste, maar dat ze een meisje is speelde ook mee.`


Synoniemen
invallen   meedoen   meespreken   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Invallen 2) Meespreken 3) Meedoen 4) Ook van invloed zijn
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van meespelen?
De verleden tijd van meespelen is 'speelde mee'. Het voltooid deelwoord is 'heeft meegespeeld'.
Wat betekent meespelen?
'samen met anderen spelen' en 'ook een beetje belangrijk zijn'
Hoe spel je meespelen?
meespelen spel je M E E S P E L E N
Wat is een ander woord voor meespelen?
Andere woorden voor meespelen zijn invallen, meedoen en meespreken.

Op andere websites
Zoek meespelen op Woordenlijst.org
Zoek meespelen op Google
Zoek meespelen op Wikipedia