meesleuren

werkw.
Uitspraak:  ['meslɵ:rə(n)]
Afbreekpatroon:  mee·sleu·ren
Vervoegingen:  sleurde mee (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft meegesleurd (volt.deelw.)

door kracht of invloed aanzetten tot navolging van gedrag
Voorbeelden:  `Het meisje werd door haar moeder aan haar arm meegesleurd naar huis.`,
`je door je gevoelens laten meesleuren`,
`Beste lezers, laat u niet meesleuren in deze gestuurde misleiding door belangengroepen!`


Synoniemen
grijpen   meeslepen   meetrekken   meetronen   

2 definities op Encyclo
  • meedragen (van een zware last) - Voorbeeld: Die stenen, altijd diezelfde stenen, hoeveel reeds, maar hij telde ze niet meer, en sleurde ze maar mee, altijd voort
  • 1) Meeslepen 2) Grijpen 3) Meetronen 4) Ruw voortslepen 5) Meetrekken
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van meesleuren?
De verleden tijd van meesleuren is 'sleurde mee'. Het voltooid deelwoord is 'heeft meegesleurd'.
Wat betekent meesleuren?
'door kracht of invloed aanzetten tot navolging van gedrag'
Hoe spel je meesleuren?
meesleuren spel je M E E S L E U R E N
Wat is een ander woord voor meesleuren?
Andere woorden voor meesleuren zijn grijpen, meeslepen, meetrekken en meetronen.

Op andere websites
Zoek meesleuren op Woordenlijst.org
Zoek meesleuren op Google
Zoek meesleuren op Wikipedia