meekrijgen

werkw.
Uitspraak:  ['mekrɛixə(n)]
Afbreekpatroon:  mee·krij·gen
Vervoegingen:  kreeg mee (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft meegekregen (volt.deelw.)

krijgen als je weggaat
Voorbeelden:  `We kregen 's morgens een lunchpakket mee.`,
`Haar rechtvaardigheidsgevoel heeft ze van thuis meegekregen.`
niet meegekregen hebben  (niet weten, of niet begrepen hebben) `Dat we al om zeven uur zouden vertrekken, dat had ik niet meegekregen.`


Synoniemen
kennis opdoen   krijgen   leren   meepikken   op de hand krijgen   oppikken   opsteken   overhalen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Leren 2) Krijgen 3) Bedeeld worden met 4) Erven 5) Meepikken 6) Oppikken 7) Opsteken 8) Overhalen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van meekrijgen?
De verleden tijd van meekrijgen is 'kreeg mee'. Het voltooid deelwoord is 'heeft meegekregen'.
Wat betekent meekrijgen?
'krijgen als je weggaat'
Hoe spel je meekrijgen?
meekrijgen spel je M E E K R I J G E N
Wat is een ander woord voor meekrijgen?
Andere woorden voor meekrijgen zijn kennis opdoen, krijgen, leren, meepikken, op de hand krijgen, oppikken, opsteken en overhalen.

Op andere websites
Zoek meekrijgen op Woordenlijst.org
Zoek meekrijgen op Google
Zoek meekrijgen op Wikipedia