matsen

werkw.

Uitspraak:	['mɑtsə(n)]
Afbreekpatroon:	mat·sen
Vervoegingen:	matste (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gematst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) bevoordelen

Voorbeeld:

`De agent heeft me gematst door me alleen een waarschuwing en geen bon te geven.`

bevoordelen   gunstig behandelen   

• Amsterdams woord voor ik zal mijn best voor je doen
• (Amsterdams) regelen, ik maak het goed met je, je krijgt het goedkoper
• •zichzelf of een ander helpen door het niet zo nauw te nemen met de regeltjes. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
• iemand meer geven dan de anderen vb: ik heb dat arme joch een beetje gematst Synoniemen: bevoordelen voortrekken bevoorrechten Tegenstellingen: discrimineren achterstellen
• 1) Klaarspelen 2) Klappen geven 3) Fiksen 4) Gunst verlenen 5) Een voordeeltje gunnen 6) Een gunts verlenen 7) Een gunst verlenen . 8) Een gunst verlenen 9) Mitsen 10) Gunstig behandelen 11) Handig voor elkaar brengen 12) Voordeel gunnen 13) Met gunst verlenen 14) Met een knots slaan 15) Een voordeeltje bezor...

Toon uitgebreidere definities

1. matsen (iem. een voordeeltje gunnen)
2. matsen (klappen geven)

Wat is de verleden tijd van matsen?

De verleden tijd van matsen is 'matste'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gematst'.

Wat betekent matsen?

'(iemand) bevoordelen'

Hoe spel je matsen?

matsen spel je M A T S E N

Wat is een ander woord voor matsen?

Andere woorden voor matsen zijn bevoordelen en gunstig behandelen.

Zoek matsen op Woordenlijst.org
Zoek matsen op Google
Zoek matsen op Wikipedia