I de mat

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [mɑt]
Verbuigingen:  matten (meerv.)

1) klein, stevig kleed om ter bescherming ergens op of onder te leggen
deurmat  (kleed bij de deur om je voeten te vegen)

2)
op het matje geroepen worden bij iemand  (bij iemand moeten komen omdat je iets fout hebt gedaan)


II mat

bijv.naamw.
Uitspraak:  [mɑt]

1) niet enthousiast, een beetje moe
Voorbeeld:  `mat reageren op een leuk voorstel`
Synoniem:  lusteloos

2) niet glimmend
Voorbeeld:  `niet glanzend, maar mat geschilderd`
Synoniem:  dof


Synoniemen
afgemat   beslagen   daas   dof   duf   flets   futloos   geesteloos   gematteerd   glansloos   gras   grasmat   kleed   krachteloos   lamlendig   lusteloos   matje   niet helder   niet uitbundig   onderlegger   onderzetter   ondoorzichtig   placemat   slap   soezerig   suf   tafelmatje   traag   versuft   vloermat   windscherm   glanzend (antoniem)   

Spreekwoorden en zegswijzen
• met twee maten meten (=niet voor alles of iedereen even streng zijn)
• in de mat zijn (=ziek of ongesteld zijn)
• iemand op het matje roepen (=iemand bij zich laten komen en om uitleg vragen waarom iets zo gedaan is)
Naar de spreekwoorden

16 definities op Encyclo
  • [I] in het schaakspel vastgezet [II] kleed van biezen [III] Spaans geldstuk
  • • [f] - [m] rechthoekig stuk vloerbekleding. • [m] [numismatiek] oude munt. •niet glanzend. •"(schaken)" zich in een verloren stand bevindend, waarin de koning in de volgende zet geslagen kan •enkelvoud verleden tijd van meten. •kleurloos •grijsachtig •volledig, compleet. •eten, voedsel.
  • rechthoekig vloerkleedje vb: je moet je voeten vegen op de mat bij de deur hij wordt op het matje geroepen [moet komen en krijgt straf] de groene mat [het voetbalveld]
  • zonder glans vb: ik laat mijn foto's altijd mat afdrukken Synoniem: dof stilletjes, niet levendig vb: Bas is zo mat vandaag, hij is vast ziek Tegenstelling: levendig waar je niet doorheen kunt kijken vb: door het matte glas kun je niet naar binnen kijken Tegenstelling: doorzichtig
  • Let op: Spelling van 1858 dof, ongepolijst; een mat geslepen glas; mat verguld; in het schaakspel overwonnen. Matteren, bij de goudsmeden, mat, ongepolijst verwerken, ongepolijst laten; zilver wit koken
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met mat:
matadormataglapmatan Toramatapimatchmatchamatchbalmatchenmatchfixingmatchfixingpraktijkenmatchingmatchpointmatchpuntmatchracenmatchwinnaarmatchwinnermatemateloosmateloosheidmatelot
Toon alle woorden die beginnen met mat

Deze woorden eindigen op mat:
deurmatformathangmatvoetmatvloermatvijgenmattelevisieformattegelmattafelmatstruikelmatstromatslaapmatschaakmatrietmatprincipe van Fermatplacematmuismatkrammatkokosmatkazemat
Toon alle woorden die eindigen op mat

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. mat (dof)
  2. mat (in het schaakspel vastgezet)
  3. mat (klonter)
  4. mat (moe)
  5. mat (Spaans geldstuk)
  6. mat (vloerbelegsel)
  7. mat = made (weiland)
  8. mat


Taaladvies
Wat is de verleden tijd van meten:  meette of mat? Zie meette / mat

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de mat' of 'het mat'?
Het is 'de mat', want mat is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die mat'.
Wat is het meervoud van mat?
Het meervoud van mat is 'matten'. Eén mat, twee matten.
Wat betekent mat?
'klein, stevig kleed om ter bescherming ergens op of onder te leggen' en ''
Hoe spel je mat?
mat spel je M A T
Wat is een ander woord voor mat?
Andere woorden voor mat zijn afgemat, beslagen, daas, dof, duf, flets, futloos, geesteloos, gematteerd, glansloos, gras, grasmat, kleed, krachteloos, lamlendig, lusteloos, matje, niet helder, niet uitbundig, onderlegger, onderzetter, ondoorzichtig, placemat, slap, soezerig, suf, tafelmatje, traag, versuft, vloermat en windscherm.
Wat is het tegenovergestelde van mat?
Een antoniem van mat is glanzend.

Op andere websites
Zoek mat op Woordenlijst.org
Zoek mat op Google
Zoek mat op Wikipedia