martelen

werkw.

Uitspraak:	['mɑrtələ(n)]
Afbreekpatroon:	mar·te·len
Vervoegingen:	martelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gemarteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) opzettelijk veel pijn doen

Voorbeeld:	`Martelen gebeurt doorgaans in opdracht van of met medeweten van een overheid.`
Synoniem:	folteren

afbeulen   folteren   kwellen   pijnigen   

Hoe kun je met martelen een ander begrip versterken?
martelende onzekerheid;

• •een persoon pijn doen om informatie los te krijgen.
• iemand pijn doen om hem ergens toe te dwingen vb: toen hij gemarteld werd, gaf hij toe dat hij schuldig was Synoniemen: folteren pijnigen
• 1) Folteren 2) Kastijden 3) Zeer doen 4) Hevig kwellen 5) Kwellen 6) Pijnigen 7) Doen lijden 8) Wreed pijnigen 9) Mishandelen 10) Afpijnigen 11) Affolteren 12) Afbeulen
• folteren
• folteren Jaar van herkomst: 1276-1300 (CG Lut.A )

Toon uitgebreidere definities

• martelend

martelen (folteren, kwellen)

Is een martelaar iemand die gemarteld wordt of iemand die zelf martelt? Zie Martelaar: dader of slachtoffer

Wat is de verleden tijd van martelen?

De verleden tijd van martelen is 'martelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemarteld'.

Wat betekent martelen?

'(iemand) opzettelijk veel pijn doen'

Hoe spel je martelen?

martelen spel je M A R T E L E N

Wat is een ander woord voor martelen?

Andere woorden voor martelen zijn afbeulen, folteren, kwellen en pijnigen.

Zoek martelen op Woordenlijst.org
Zoek martelen op Google
Zoek martelen op Wikipedia