I marren
werkw.
| Afbreekpatroon: | mar - ren |
| Vervoegingen: | marde (verl.tijd ) |
| Vervoegingen: | gemard (volt.deelw.) |
talmen, treuzelen, dralen, aarzelen | Voorbeeld: | `zonder marren alle taken uitvoeren` | |
II marren
werkw.
| Afbreekpatroon: | mar - ren |
binden, vastmaken, vasthechten scheepvaart 3 definities op Encyclo
- [Vergeten woorden] (zw. -de) belemmeren, hinderen, pijn doen [= Engels mar]
- woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) aarzelen.
- 1) Dralen 2) Talmen 3) Wachten 4) Aarzelen
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
- marren (dralen)
- marren (vastleggen)
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van marren?
De verleden tijd van marren is 'marde'. Het voltooid deelwoord is 'gemard'.
Wat betekent marren?
'talmen, treuzelen, dralen, aarzelen'
Hoe spel je marren?
marren spel je M A R R E N Op andere websites
Zoek
marren op Woordenlijst.org
Zoek
marren op Google
Zoek
marren op Wikipedia