manisch
bijv.naamw.
| Uitspraak: | ['manis] |
| Afbreekpatroon: | ma·nisch |
onnatuurlijk energiek, actief en vrolijk, doorgaans als verschijnsel van een bipolaire stoornis | Voorbeeld: | `een manische periode doormaken` | |
| manisch-depressieve stoornis | (geestelijke aandoening waarbij extreem uitgelaten en extreem neerslachtige stemmingen elkaar afwisselen) Synoniem: bipolaire stoornis |
6 definities op Encyclo
- • [medisch] ziekelijk aanleggen
- 1) Geestesziek 2) Bezeten 3) Ziekelijk opgewekt 4) Ziekelijk 5) Opgewonden 6) Psychotisch
- Engels:Manic ziekelijk aangelegd (opgewonden psychische toestand)
- ziekelijk aangelegd
- ziekelijk opgewekt Jaar van herkomst: 1913 (WNT verward )
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met manisch:
•
manisch-depressiefHerkomst volgens etymologiebank.nl
manisch (ziekelijk opgewekt)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent manisch?
'onnatuurlijk energiek, actief en vrolijk, doorgaans als verschijnsel van een bipolaire stoornis'
Hoe spel je manisch?
manisch spel je M A N I S C H Op andere websites
Zoek
manisch op Woordenlijst.org
Zoek
manisch op Google
Zoek
manisch op Wikipedia