mangelen

werkw.
Uitspraak:  ['mɑŋələ(n)]
Afbreekpatroon:  man·ge·len
Vervoegingen:  mangelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gemangeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

hinderen of tegenwerken, in het bijzonder van verschillende kanten tegelijk
Voorbeelden:  `De directeur wordt gemangeld tussen de raad en het bestuur.`,
`De ambulante handel is gemangeld door de bureaucratie.`

Zie ook:  mangel


7 definities op Encyclo
  • 1.ontbreken (VD I) Voorbeeld: Er mangelde iets aan 2.ruilen, verwisselen (VD III, Te) Voorbeeld: De mogelijkheid kwam in zijn gedachten staan de koeier te bewegen zijn wonder schuifelding te mangelen tegen het boeksken
  • •ontbreken, te kort schieten. •ruilen, aan ruilhandel doen. •door de mangel halen, met een mangel glad maken.
  • 1) Falen 2) Ontbreken 3) Strijken 4) Persen 5) In de verdrukking komen 6) Wringen 7) Gladmaken 8) Glad maken van linnen 9) Glad maken 10) Verwisselen 11) Afwezig zijn
  • door de mangel halen
  • door de mangel halen - Jaar van herkomst: 1599 (Kil. ) ontbreken - Jaar van herkomst: 1563 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. mangelen (door de mangel halen)
  2. mangelen (ontbreken)
  3. mangelen (ruilen)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van mangelen?
De verleden tijd van mangelen is 'mangelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemangeld'.
Wat betekent mangelen?
'hinderen of tegenwerken, in het bijzonder van verschillende kanten tegelijk'
Hoe spel je mangelen?
mangelen spel je M A N G E L E N

Op andere websites
Zoek mangelen op Woordenlijst.org
Zoek mangelen op Google
Zoek mangelen op Wikipedia