het manco

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['mɑŋko]
Afbreekpatroon:  man·co
Verbuigingen:  manco's (meerv.)

datgene waarin iets tekort schiet
Voorbeeld:  `Het grote manco van de film is het gebrek aan spanning.`
Synoniem:  gebrek


Synoniemen
gebrek   tekort   zwakheid   

6 definities op Encyclo
  • Let op: Spelling van 1858 gebrek, te kort bij koopwaren
  • Nederlandsche handelswoorden uit het Italiaans (1914): het tekort; het ontbrekende.
  • 1) Zwakheid 2) Leemte 3) Wat ontbreekt 4) Mankement 5) Tekortkoming 6) Tekort 7) Deficit 8) Ontbrekend gedeelte 9) Hiaat 10) Gemis 11) Gebrek 12) Misser 13) Onderwicht
  • gebrek, tekort Jaar van herkomst: 1824 (WEI )
  • handelsrecht: tekort, gebrek of hetgeen ontbreekt bij aflevering. ...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
manco (tekort, gebrek)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de manco' of 'het manco'?
Het is 'het manco', want manco is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat manco'.
Wat is het meervoud van manco?
Het meervoud van manco is 'manco's'. Eén manco, twee manco's.
Wat betekent manco?
'datgene waarin iets tekort schiet'
Hoe spel je manco?
manco spel je M A N C O
Wat is een ander woord voor manco?
Andere woorden voor manco zijn gebrek, tekort en zwakheid.

Op andere websites
Zoek manco op Woordenlijst.org
Zoek manco op Google
Zoek manco op Wikipedia