de malloot

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[mɑ'lot]
Afbreekpatroon:	mal·loot
Verbuigingen:	malloten (meerv.)

iemand die zich op een grappige manier ongewoon gedraagt

Voorbeeld:	`een stel malloten`
Synoniem:	mafkees

aansteller   gek   idioot   mallerd   pias   zot   zottin   

• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] onbezonnen, ook wel lichtzinnig, manziek meisje. Het woord heeft niets met ons mal of gek te maken, maar is waarschijnlijk van Romaanschen oorsprong. Bij Anna Bijns komt het meermalen voor, doch in het Mnl. niet. Het is dus uit Z.-Nederl. tot ons gekomen op het einde der ...
• 1) Dwaas persoon 2) Vrouwspersoon die zich dwaas aanstelt 3) Blaar 4) Lichtzinnige vrouw 5) Aansteller 6) Gekkerd 7) Gekke vent 8) Gekke persoon 9) Dwaze persoon 10) Gek mens 11) Gek 12) Pias 13) Snaak 14) Daai 15) Aanstellerig mens 16) Idioot 17) Kwibus 18) Rare 19) Kwast 20) Paljas 21) Dwaas mens
• iemand die mal is
• iemand die mal is Jaar van herkomst: 1501-1525 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

malloot (onnozele persoon)

Is het 'de malloot' of 'het malloot'?

Het is 'de malloot', want malloot is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die malloot'.

Wat is het meervoud van malloot?

Het meervoud van malloot is 'malloten'. Eén malloot, twee malloten.

Wat betekent malloot?

'iemand die zich op een grappige manier ongewoon gedraagt'

Hoe spel je malloot?

malloot spel je M A L L O O T

Wat is een ander woord voor malloot?

Andere woorden voor malloot zijn aansteller, gek, idioot, mallerd, pias, zot en zottin.

Zoek malloot op Woordenlijst.org
Zoek malloot op Google
Zoek malloot op Wikipedia