de makker
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | ['mɑkər] |
| Afbreekpatroon: | mak·ker |
| Verbuigingen: | makkers (meerv.) |
vriend Synoniemen
compaan compagnon gabber gezel kameraad kameraadje kompaan kornuit maat maatje pal spitsbroe tammer vriend vriendje 6 definities op Encyclo
- •vriend; kameraad; maat.
- vriend of kameraad vb: mijn makker en ik gaan op vakantie Synoniem: maat
- 1) Kompaan 2) Genoot 3) Gespeel 4) Gespeel (dichten) 5) Gabber 6) Gabber (volkstaal) 7) Kameraadje 8) Meer meegaande maat 9) Metgezel 10) Gezel 11) Pal 12) Kameraad 13) Compagnon 14) Kornuit 15) Amice 16) Spitsbroeder 17) Speelgenoot 18) Boezemvriend 19) Vriendje 20) Vriend 21) Compaan 22) Fellow 23) Lotgenoo...
- Een makker is een vriend, een kameraad. [basiswoordenlijst groep 4]
- gezel
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op makker:
•
werkmakker•
strijdmakker•
speelmakker•
smakker•
schoolmakker•
krijgsmakkerHerkomst volgens etymologiebank.nl
makker (metgezel, kameraad)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de makker' of 'het makker'?
Het is 'de makker', want makker is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die makker'.
Wat is het meervoud van makker?
Het meervoud van makker is 'makkers'. Eén makker, twee makkers.
Wat betekent makker?
'vriend'
Hoe spel je makker?
makker spel je M A K K E R
Wat is een ander woord voor makker?
Andere woorden voor makker zijn compaan, compagnon, gabber, gezel, kameraad, kameraadje, kompaan, kornuit, maat, maatje, pal, spitsbroe, tammer, vriend en vriendje.Op andere websites
Zoek
makker op Woordenlijst.org
Zoek
makker op Google
Zoek
makker op Wikipedia