lichten

werkw.

Uitspraak:	['lɪxtə(n)]
Afbreekpatroon:	lich·ten
Vervoegingen:	lichtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gelicht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets) ergens uit halen, meestal van beneden naar boven

Voorbeeld:	`een document uit een dossier lichten`
het anker lichten	((van een schip) vertrekken)

Zie ook:

licht

aanbreken   afnemen   afzonderen   bijlichten   bliksemen   buslichten   ecarteren   flitsen   halen   heffen   licht worden   naar boven trekken   omhoog brengen   omhoog trekken   omhoogheffen   opheffen   oplichten   optillen   tillen   verplaatsen   vervreemden   verwijderen   weerlichten   wegbrengen   wegdoen   weghalen   wegnemen   wegwerken   

• uit het zadel lichten (=zijn rang of stand of betrekking doen verliezen)
• iemands doopceel lichten (=zeer uitgebreid vertellen/uitzoeken wie iemand is en wat die in het verleden allemaal gedaan heeft)
• iemand uit het zadel lichten (=iemand zijn positie doen verliezen, iemand ontslaan)
• iemand uit bed lichten (=iemand `s nachts laten opstaan)
• iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
Toon alle 12 spreekwoorden die lichten bevatten

• Het fysiek uit open bewaring halen van effecten bij een bewaarinstelling. ( > Beleggen > effecten > aandelen)
• (Bargoens, 1914) stelen
• omhoog brengen vb: Nadia lichtte het deksel van de pan het anker lichten [van de bodem omhoog halen] de brievenbus lichten [er de brieven uithalen om te versturen]
• [Bargoens, boeventaal] rollen. Ik knijsde dat de platvink werd gelicht. (Ik zag dat de portefeuille werd gerold).
• 1) Wegbrengen 2) Wegdoen 3) Verplaatsen 4) Weghalen 5) Rekruteren 6) Halen 7) Wegnemen 8) Wegwerken 9) Rekruteren van troepen 10) Heffen 11) Vervreemden 12) Licht verschaffen 13) Ecarteren 14) Schouwen 15) Verwijderen 16) Tillen 17) Gloren 18) Beuren 19) Optillen en verwijderen 20) Opbeuren 21) Opheffen

Toon uitgebreidere definities

• lichtend

• belichten• doorlichten• inlichten• onderbelichten• oplichten• toelichten• uitlichten• verlichten• verplichten• voorlichten• weerlichten• overbelichten• bijlichten

1. lichten (licht worden, licht geven)
2. lichten (optillen)

Wat is de verleden tijd van lichten?

De verleden tijd van lichten is 'lichtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gelicht'.

Wat betekent lichten?

'(iets) ergens uit halen, meestal van beneden naar boven'

Hoe spel je lichten?

lichten spel je L I C H T E N

Wat is een ander woord voor lichten?

Andere woorden voor lichten zijn aanbreken, afnemen, afzonderen, bijlichten, bliksemen, buslichten, ecarteren, flitsen, halen, heffen, licht worden, naar boven trekken, omhoog brengen, omhoog trekken, omhoogheffen, opheffen, oplichten, optillen, tillen, verplaatsen, vervreemden, verwijderen, weerlichten, wegbrengen, wegdoen, weghalen, wegnemen en wegwerken.

Zoek lichten op Woordenlijst.org
Zoek lichten op Google
Zoek lichten op Wikipedia