leuren

werkw.

Uitspraak:	[ˈlɵ:rə(n)]
Afbreekpatroon:	leu·ren
Vervoegingen:	leurde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geleurd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (spullen) proberen te verkopen, vaak met moeite ^colloquial

Voorbeeld:

`langs de deuren leuren met je eigen kunstwerken`

2) (mensen) moeizaam proberen ergens onder te brengen ^colloquial

Voorbeeld:

`leuren met een ernstig zieke patiënt, omdat alle ziekenhuizen vol zijn`

Zie ook:

Synoniemen

2 definities op Encyclo

1) Venten 2) Pogen te verkopen 3) Colporteren 4) Te koop aanbieden 5) Spotten 6) Huis-aan-huis-verkopen 7) Slijten 8) Rondbazuinen 9) Trafakken 10) Te koop lopen 11) Dringend aanbieden 12) In het klein verkopen 13) Regratteren 14) Langs huizen venten
venten Jaar van herkomst: 1540 (WNT )

Deze woorden beginnen met leuren:

Deze woorden eindigen op leuren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van leuren is 'leurde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geleurd'.

'(spullen) proberen te verkopen, vaak met moeite' en '(mensen) moeizaam proberen ergens onder te brengen'

leuren spel je L E U R E N

Andere woorden voor leuren zijn huis-aan-huis-verkopen, rondbazuinen en venten.

Op andere websites

Recentelijk gezocht