het leenwoord

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['lenwort]
Afbreekpatroon:	leen·woord
Verbuigingen:	leenwoorden (meerv.)

woord dat uit een andere taal is overgenomen

Voorbeeld:

`Voorbeelden van leenwoorden zijn 'lasagne' en 'computer'.`

• •een woord dat door een taal aan een andere taal ontleend is.
• 1) Schuimwoord 2) Taalkundige term 3) Woord aan vreemde taal ontleend 4) Bastaardwoord 5) Woord aan een andere taal ontleend
• Een 'leenwoord' is, binnen de woordenschat van een taal, een woord dat letterlijk is ontleend aan de woordenschat van een andere taal. Het Nederlands bezit veel leenwoorden, die soms niet meer als zodanig worden herkend.
• Een leenwoord is een woord dat uit een andere taal is overgenomen, bijvoorbeeld überhaupt. [basiswoordenlijst groep 6]
• woord aan een andere taal ontleend Jaar van herkomst: 1910 (Aanv WNT )

Toon uitgebreidere definities

leenwoord (uit een andere taal afkomstig woord)

Is het 'de leenwoord' of 'het leenwoord'?

Het is 'het leenwoord', want leenwoord is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat leenwoord'.

Wat is het meervoud van leenwoord?

Het meervoud van leenwoord is 'leenwoorden'. Eén leenwoord, twee leenwoorden.

Wat betekent leenwoord?

'woord dat uit een andere taal is overgenomen'

Hoe spel je leenwoord?

leenwoord spel je L E E N W O O R D

Zoek leenwoord op Woordenlijst.org
Zoek leenwoord op Google
Zoek leenwoord op Wikipedia