de leenheer

zelfst.naamw. (m.)
Afbreekpatroon:  'leen - heer
Verbuigingen:  leenheren (meerv.)

vorst of hooggeplaatst man die een gebied in beheer gaf aan een leenman (middeleeuwen) geschiedenis
Voorbeeld:  `Tijdens het Feodalisme in de middeleeuwen schonk de leenheer aan vazallen of leenmannen een bezit als leen, in ruil voor geld, raad of daad.`
Synoniem:  suzerein


4 definities op Encyclo
  • 1) Hij die een goed in leen geeft 2) Leenvorst 3) Leengever 4) Pachtgever 5) Iemand die een goed te leen geeft 6) Bankier 7) Feodaal vorst 8) Verpachter van land
  • hij die een leengoed in leen geeft of heeft uitgegeven aan zijn leenman.
  • iemand die een leen geeft
  • in het middeleeuwse, feodale leenstelsel: heer die een leen zoals een grondgebied, in gebruik geeft aan een leenman van wie hij in ruil zekere prestaties en militaire bijstand verwacht in een persoonlijke band van trouw
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de leenheer' of 'het leenheer'?
Het is 'de leenheer', want leenheer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die leenheer'.
Wat is het meervoud van leenheer?
Het meervoud van leenheer is 'leenheren'. Eén leenheer, twee leenheren.
Wat betekent leenheer?
'vorst of hooggeplaatst man die een gebied in beheer gaf aan een leenman (middeleeuwen)'
Hoe spel je leenheer?
leenheer spel je L E E N H E E R

Op andere websites
Zoek leenheer op Woordenlijst.org
Zoek leenheer op Google
Zoek leenheer op Wikipedia