de landbouwer

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['lɑndbɑuwər]
Afbreekpatroon:	land·bou·wer
Verbuigingen:	landbouwers (meerv.)

de landbouwster

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['lɑndbɑuwstər]
Afbreekpatroon:	land·bou·wer
Verbuigingen:	landbouwsters (meerv.)

ondernemer die grond bewerkt en gewassen teelt

Synoniemen:

boer, agrariër

agrariër   agrarir   boer   

• 1) Akkerman 2) Fellah 3) Landman 4) Tani 5) Beroep 6) Boer 7) Akkerbouwer 8) Graanboer 9) Akkerbewerker 10) Agrariër
• boer Jaar van herkomst: 1514 (MNW )
• Een landbouwer is een boer die gewassen verbouwt. [basiswoordenlijst groep 8]
• iemand die de landbouw beoefent als beroep; boer

Toon uitgebreidere definities

landbouwer (boer)

Is het 'de landbouwer' of 'het landbouwer'?

Het is 'de landbouwer', want landbouwer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die landbouwer'.

Wat is het meervoud van landbouwer?

Het meervoud van landbouwer is 'landbouwers'. Eén landbouwer, twee landbouwers.

Wat betekent landbouwster?

'ondernemer die grond bewerkt en gewassen teelt'

Hoe spel je landbouwster?

landbouwster spel je L A N D B O U W S T E R

Wat is een ander woord voor landbouwster?

Andere woorden voor landbouwster zijn agrariër, agrarir en boer.

Zoek landbouwer op Woordenlijst.org
Zoek landbouwer op Google
Zoek landbouwer op Wikipedia