lachen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈlɑxə(n)] |
| Afbreekpatroon: | la·chen |
| Vervoegingen: | lachte (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft gelachen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
van vrolijkheid een geluid maken met je mondhoeken omhoog en je mond open | Voorbeeld: | `Ik moest erg lachen om die grappige man.` | |
| Laat me niet lachen. | (<dit zeg je als je iets heel ongeloofwaardig of belachelijk vindt>) |
Synoniemen
brullen geinig gieren grineken schateren huilen (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen
•
lachen is het beste medicijn
(=lachen is goed voor je gezondheid.)•
lachen als een boer met kiespijn
(=lachen zonder echt blij te zijn)•
lachen als een boer die een hoefijzer vindt
(=tevreden lachen)• je een ongeluk
lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)• je een bult
lachen (=hard lachen)Toon alle 9 spreekwoorden die lachen bevattenIntensiveringen
Hoe kun je lachen krachtiger uitdrukken?breeduit lachen; brullen van het lachen; buikpijn van het lachen; bulderend gelach; daverend gelach; dubbel liggen (van het lachen); dubbelslaan van het lachen; gieren van het lachen; het besterven van het lachen; het uitproesten van het lachen; het uitschateren van het lachen; homerisch gelach; je bescheuren van het lachen; je buik vasthouden van het lachen; je doodlachen; je een beroerte lachen; je een bochel lachen; je een breuk lachen; je een bult lachen; je een hoedje lachen; je een kriek lachen; je een ongeluk lachen; je een puist lachen; je een rolberoerte lachen; je een stuip lachen; je kapot lachen; je krom lachen; je rot lachen; je slap lachen; je suf lachen; je te barsten lachen; je tranen lachen; je wild lachen; je ziek lachen; kromliggen van het lachen; niet meer bijkomen van het lachen; onbedaarlijk lachen; schaterlachen; schuddebuiken van het lachen; schudden van het lachen; smakelijk lachen; stikken van het lachen
Uitdrukkingen die lachen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):dubbel liggen (van het lachen); je begillen;
10 definities op Encyclo
- Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 ze lachen met d' hop: de kooplui willen maar een uiterst lagen prijs geven.
- •zichtbaar en-of hoorbaar blij zijn met iets of iets grappig vinden.
- een vrolijk geluid maken omdat je iets leuk vindt vb: we moesten lachen om de grap van de leraar wie het laatst lacht, lacht het best [om duidelijk te maken dat een ander je te vroeg uitlacht]
- 1) Ginnegappen 2) Geluid van een tortelduif 3) Geluid van een specht 4) Geluid van een hyena 5) Geinig 6) Gegiebel 7) Kokkelen 8) Zich vrolijk uiten 9) Proesten 10) Niet huilen 11) Gieren 12) Giechelen 13) Gemoedstoestand 14) Schateren 15) Stralen 16) Uiting dat men plezier heeft 17) Uiting van vrolijkheid
- Aan de zijkanten optrekken van de bovenlippen.
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met lachen:
•
lachendDeze woorden eindigen op lachen:
•
glimlachen•
schaterlachen•
uitlachen•
toelachen•
tegenlachen•
grimlachen•
doodlachen•
weglachenHerkomst volgens etymologiebank.nl
lachen (vrolijkheid uiten)Taaladvies
- Wat is correct: Ik moet altijd hartelijk lachen om die anekdote of Ik moet altijd hartelijk lachen met die anekdote? Zie lachen met / lachen om
- Hoe schrijf je het meervoud van smiley: als smiley`s of als smileys? Zie smiley`s / smileys
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van lachen?
De verleden tijd van lachen is 'lachte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gelachen'.
Wat betekent lachen?
'van vrolijkheid een geluid maken met je mondhoeken omhoog en je mond open'
Hoe spel je lachen?
lachen spel je L A C H E N
Wat is een ander woord voor lachen?
Andere woorden voor lachen zijn brullen, geinig, gieren, grineken en schateren.
Wat is het tegenovergestelde van lachen?
Een antoniem van lachen is huilen.Op andere websites
Zoek
lachen op Woordenlijst.org
Zoek
lachen op Google
Zoek
lachen op Wikipedia