het laagseizoen

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈlaxsɛizun]
Afbreekpatroon:	laag·sei·zoen

periode van het jaar waarin het niet druk is

Antoniem:

hoogseizoen

• 1) Rustige periode 2) Stille periode 3) Voor of naseizoen 4) Kalme periode
• Low season. De periode waarin voor een bepaald oord-geografisch gebied het geringste aantal reizigers-bezoekers te verwachten is. In de luchtvaart > code L. Zie ook seizoen
• periode waarin zich het geringste aantal toeristen of bezoekers naar een toeristische bestemming begeeft, meestal buiten de schoolvakanties en wettelijke feestdagen of in een tijd met doorgaans minder gunstige weersomstandigheden; meest rustige periode in een toeristisch seizoen In de meest strikte zin nog on...

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de laagseizoen' of 'het laagseizoen'?

Het is 'het laagseizoen', want laagseizoen is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat laagseizoen'.

Wat betekent laagseizoen?

'periode van het jaar waarin het niet druk is'

Hoe spel je laagseizoen?

laagseizoen spel je L A A G S E I Z O E N

Zoek laagseizoen op Woordenlijst.org
Zoek laagseizoen op Google
Zoek laagseizoen op Wikipedia