kwaadspreken

werkw.
Uitspraak:  ['kwatsprekə(n)]
Afbreekpatroon:  kwaad·spre·ken
Vervoegingen:  sprak kwaad (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft kwaadgesproken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

opzettelijk leugens vertellen over iemand waardoor hij of zij onbetrouwbaar of gemeen lijkt


Synoniemen
belasteren   kijven   kletsen   lasteren   roddelen   smaden   uitvaren   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Uitvaren 2) Kijven 3) Konkelen 4) Babbelen 5) Iemand zwart maken 6) Lasteren 7) Achterklappen 8) Labbekakken 9) Denigreren 10) Smaden 11) Aanklagen 12) Kakelen 13) Iemand zwartmaken 14) Kwekken 15) Belasteren 16) Kwetelen 17) Belasten 18) Beklappen 19) Roddelen 20) Commeren 21) Kletsen 22) Klappeien
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van kwaadspreken?
De verleden tijd van kwaadspreken is 'sprak kwaad'. Het voltooid deelwoord is 'heeft kwaadgesproken'.
Wat betekent kwaadspreken?
'opzettelijk leugens vertellen over iemand waardoor hij of zij onbetrouwbaar of gemeen lijkt'
Hoe spel je kwaadspreken?
kwaadspreken spel je K W A A D S P R E K E N
Wat is een ander woord voor kwaadspreken?
Andere woorden voor kwaadspreken zijn belasteren, kijven, kletsen, lasteren, roddelen, smaden en uitvaren.

Op andere websites
Zoek kwaadspreken op Woordenlijst.org
Zoek kwaadspreken op Google
Zoek kwaadspreken op Wikipedia