krioelen

werkw.

Uitspraak:	[kriˈjulə(n)]
Afbreekpatroon:	kri·oe·len
Vervoegingen:	krioelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gekrioeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met velen allemaal door elkaar bewegen

Voorbeeld:	`een krioelende menigte`
het krioelt van...	(er zijn heel veel...) `Het krioelt hier van de mieren.`

Synoniemen

5 definities op Encyclo

naar alle kanten door elkaar heen bewegen vb: de mieren krioelen in het nest het krioelt er van de mensen [het is er erg vol]
1) Door elkaar bewegen 2) Krielen 3) Door elkaar wemelen 4) Kruipen 5) Wriemelen 6) Mieren 7) Stikken 8) Zwermen 9) Wemelen
Krioelen is druk door elkaar heen bewegen. [basiswoordenlijst groep 6]
wemelen
wemelen Jaar van herkomst: 1561 (WNT zeeraaf )

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van krioelen is 'krioelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekrioeld'.

'met velen allemaal door elkaar bewegen'

krioelen spel je K R I O E L E N

Andere woorden voor krioelen zijn krielen, kruipen, stikken, wemelen, wriemelen en zwermen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht