de kracht

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [krɑxt]
Verbuigingen:  krachten (meerv.)

1) eigenschap dat iemand fysiek of mentaal sterk is en daardoor dingen kan doen
Voorbeelden:  `al je krachten inspannen om een zware tafel te verplaatsen`,
`op eigen kracht een probleem oplossen`
in de kracht van je leven  (in de beste jaren van je leven) `Hij is in de kracht van zijn leven overleden aan een hartaanval.`
uit je krachten gegroeid zijn  (te groot geworden zijn) `Dat dorp is uit zijn krachten gegroeid.`

2) effect of invloed (op iets)
Voorbeelden:  `zwaartekracht`,
`de kracht van een aardbeving`,
`een maatregel met terugwerkende kracht invoeren`
van kracht zijn  (gelden) `De wet is vanaf volgend jaar van kracht.`

3) werknemer
Voorbeeld:  `in het toeristenseizoen extra krachten inhuren`


Synoniemen
aandrift   arbeidskracht   capaciteit   daadkracht   druk   dynamiek   energie   esprit   felheid   fiksheid   fut   heftigheid   hevigheid   intensiteit   invloed   last   macht   moed   momentum   potentie   puf   scherpzinnigheid   sterkte   vermogen   werklust   zwaarte   

Spreekwoorden en zegswijzen
• sap noch kracht hebben (=totaal geen waarde hebben)
• om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen
Hoe kun je met kracht een ander begrip versterken?
volle kracht vooruit
Hoe kun je kracht krachtiger uitdrukken?
brute kracht;

14 definities op Encyclo
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Kracht``] De oorlog is eene worsteling tusschen vijandelijke krachten; de grootere kracht moet, goed gebruikt, de overwinning behalen; wanneer dus de krachten van twee
  • • [natuurkunde] een uitwendige oorzaak die ongehinderd door andere krachten de bewegingstoestand van een lichaam verandert.
  • hoe sterk het is vb: ik heb veel kracht in mijn armen in de kracht van je leven [in je beste tijd] met vereende krachten [met zijn allen] uit zijn krachten gegroeid zijn [naar verhouding te lang geworden] zijn krachten meten met iemand [uitproberen wie de sterkste is] met vereende krachten [met gezamenlijke i...
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Wijsheid gaat boven -) Pred. IX:16.
  • [natuurkunde scheikunde en sterrenkunde] In de natuurkunde een invloed die de bewegingstoestand van een voorwerp doet veranderen. Het idee dat de kracht (F) die een object doet bewegen, gelijk is aan het product van de massa (m) en de versnelling (a) van het object (in formule F = ma) werd gegeven door Newton...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met kracht:
krachtbronkrachtcentralekrachtdadigkrachtdadigheidkrachtelooskrachteloosheidkrachtenskrachtens de wetkrachtenveldkrachthonkkrachtigkrachtlijnkrachtmetingkrachtpatserkrachtproefkrachtsinspanningkrachtsportkrachtstroomkrachtsverhoudingkrachtterm
Toon alle woorden die beginnen met kracht

Deze woorden eindigen op kracht:
aantrekkingskrachtberoepskrachtdaadkrachtdraagkrachtkoopkrachtleerkrachtoproepkrachtoverredingskrachtuitzendkrachtveerkrachtverbeeldingskrachtwilskrachtwindkrachtslagkrachtzwaartekrachtzuigkrachtzonkrachtzielskrachtzeggingskrachtwrijvingskracht
Toon alle woorden die eindigen op kracht

Herkomst volgens etymologiebank.nl
kracht (vermogen om iets te verrichten)

Taaladvies
Wat is het verschil tussen een krachtiger bouillon en een krachtigere bouillon? Zie een krachtiger bouillon / een krachtigere bouillon

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de kracht' of 'het kracht'?
Het is 'de kracht', want kracht is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die kracht'.
Wat is het meervoud van kracht?
Het meervoud van kracht is 'krachten'. Eén kracht, twee krachten.
Wat betekent kracht?
'eigenschap dat iemand fysiek of mentaal sterk is en daardoor dingen kan doen' en 'effect of invloed (op iets)' en 'werknemer'
Hoe spel je kracht?
kracht spel je K R A C H T
Wat is een ander woord voor kracht?
Andere woorden voor kracht zijn aandrift, arbeidskracht, capaciteit, daadkracht, druk, dynamiek, energie, esprit, felheid, fiksheid, fut, heftigheid, hevigheid, intensiteit, invloed, last, macht, moed, momentum, potentie, puf, scherpzinnigheid, sterkte, vermogen, werklust en zwaarte.

Op andere websites
Zoek kracht op Woordenlijst.org
Zoek kracht op Google
Zoek kracht op Wikipedia