het koppelwerkwoord
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈkɔpəlwɛrkwort] |
| Afbreekpatroon: | kop·pel·werk·woord |
| Verbuigingen: | koppelwerkwoorden (meerv.) |
werkwoord dat samen met een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord een naamwoordelijk gezegde vormt taalkunde | Voorbeeld: | `In de zin 'Jan lijkt aardig' is 'lijken' het koppelwerkwoord. Het verbindt de eigenschap 'aardig' met 'Jan'.` | |
7 definities op Encyclo
- •een werkwoord dat een eigenschap koppelt aan het onderwerp.
- 1) Woord 2) Taalkundige term 3) Taalkundig begrip 4) Koppelwoord 5) Copula
- Een 'koppelwerkwoord' verbindt twee delen van een zin, waarbij het ene deel een naamwoord is en een eigenschap van het andere deel (het onderwerp) aangeeft. Het gezegde van deze zin is 'wordt moe'.
- Een koppelwerkwoord vormt in combinatie met een naamwoordelijk deel een naamwoordelijk gezegde. Als koppelwerkwoorden komen vooral zijn, worden en blijven voor; daarnaast worden de werkwoorden blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen ook als koppelwerkwoorden gebruikt. Alle koppelwerkwoorden kunn...
- een werkwoord dat een onderwerp verbindt met een gezegde; koppelwerkwoorden zijn zijn, worden, blijven
Toon uitgebreidere definitiesTaaladvies
Wat wordt bedoeld met de term `koppelwerkwoord`?
Zie KoppelwerkwoordVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de koppelwerkwoord' of 'het koppelwerkwoord'?
Het is 'het koppelwerkwoord', want koppelwerkwoord is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat koppelwerkwoord'.
Wat is het meervoud van koppelwerkwoord?
Het meervoud van koppelwerkwoord is 'koppelwerkwoorden'. Eén koppelwerkwoord, twee koppelwerkwoorden.
Wat betekent koppelwerkwoord?
'werkwoord dat samen met een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord een naamwoordelijk gezegde vormt'
Hoe spel je koppelwerkwoord?
koppelwerkwoord spel je K O P P E L W E R K W O O R D Op andere websites
Zoek
koppelwerkwoord op Woordenlijst.org
Zoek
koppelwerkwoord op Google
Zoek
koppelwerkwoord op Wikipedia