koekeloeren

werkw.
Uitspraak:  [kukə'lurə(n)]
Afbreekpatroon:  koe·ke·loe·ren
Vervoegingen:  koekeloerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gekoekeloerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

kijken spreektaal
Voorbeeld:  `Veel heb je niet aan zo'n beest; hij zit maar een beetje te koekeloeren in zijn kooi.`


Synoniemen
piepen   

4 definities op Encyclo
  • 1) Koeren 2) Piepen 3) Spieken 4) Werkeloos zitten kijken 5) Werkloos zitten kijken 6) Kijken 7) Doelloos rondkijken 8) Gluren
  • in een toestand van passiviteit de tijd doorbrengen, wezenloos, werkeloos (voor zich uit) kijken scherp en spiedend kijken; spieden, turen, gluren
  • zonder bezigheid uitkijken
  • zonder bezigheid uitkijken Jaar van herkomst: 1599 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. koekeloeren (kraaien)
  2. koekeloeren (zonder bezigheid uitkijken)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van koekeloeren?
De verleden tijd van koekeloeren is 'koekeloerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gekoekeloerd'.
Wat betekent koekeloeren?
'kijken'
Hoe spel je koekeloeren?
koekeloeren spel je K O E K E L O E R E N
Wat is een ander woord voor koekeloeren?
Een ander woord koekeloeren is piepen.

Op andere websites
Zoek koekeloeren op Woordenlijst.org
Zoek koekeloeren op Google
Zoek koekeloeren op Wikipedia