de koek

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[kuk]
Verbuigingen:	koeken (meerv.)

iets lekkers van gebakken deeg

Voorbeeld:	`ontbijtkoek`
Dat is andere koek.	(dat is heel wat anders)
Dat is gesneden koek.	(dat is makkelijk omdat je het vaker gedaan hebt)
Het is koek en ei tussen...	(ze hebben een goede verstandhouding) `Het is weer koek en ei tussen dochter en moeder.`
voor zoete koek aannemen	(zonder nadenken geloven)

biscuit   biscuitje   kaakje   klomp   koekje   

• iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
• iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
• ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
• het is niet koek en ei (=er ontbreekt iets aan de situatie)
• het is koek en ei tussen hen (=ze zijn zeer bevriend)
Toon alle 10 spreekwoorden die koek bevatten

Hoe kun je met koek een ander begrip versterken?
erin gaan als koek;

• Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 geperste laag tabak in 'n vat.
• •baksel uit de oven met als belangrijkste ingrediënt deeg. Er zijn veel varianten, bijvoorbeeld met chocola, rozijnen of glazuur.
• van deeg gebakken eetbaar ding vb: wil je een koekje bij de thee? een koekje van eigen deeg krijgen [vervelend behandeld worden nadat je hetzelfde bij anderen deed] iets voor zoete koek aannemen [het zomaar geloven of accepteren] het is weer koek en ei [de ruzie is voorbij] dat is andere koek [dat is heel and...
• [Vergeten woorden] (v.) sledeglijder [= Duits Kufe, ~ kaak schandpaal]
• Syn.: cake Def.: vast ontwaterd residu op een filtermedium na filtratie.

Toon uitgebreidere definities

• koek-en-zopie• koekalf• koekblik• koekdeeg• koekebrood• koekeloeren• koeken• koekenaas• koekenbakken• koekenbakker• koekenpan• koekepeer• koeketel• koekhappen• koekje• koekjesdeeg• koekjestrommel• koekjesuniversiteit• koekoek• koekoeksgraad
• Toon alle woorden die beginnen met koek

• ketelkoek• kletskoek• koekoek• kruidkoek• lariekoek• pannenkoek• zoetekoek• vlamkoek• vetkoek• veekoek• sukadekoek• spekpannenkoek• spekkoek• snijkoek• rozijnenpannenkoek• reifkoek• raapkoek• pindakoek• peperkoek• ovenkoek
• Toon alle woorden die eindigen op koek

koek (soort gebak)

1. Kun je spreken van een warme bakker (een bakker die met warmte werkt omdat hij zelf zijn brood bakt)? Zie een warme bakker 
2. Waar komt koek en ei vandaan in bijvoorbeeld `Het is allemaal weer koek en ei tussen hen` en wat wordt ermee bedoeld? Zie Koek en ei

Is het 'de koek' of 'het koek'?

Het is 'de koek', want koek is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die koek'.

Wat is het meervoud van koek?

Het meervoud van koek is 'koeken'. Eén koek, twee koeken.

Wat betekent koek?

'iets lekkers van gebakken deeg'

Hoe spel je koek?

koek spel je K O E K

Wat is een ander woord voor koek?

Andere woorden voor koek zijn biscuit, biscuitje, kaakje, klomp en koekje.

Zoek koek op Woordenlijst.org
Zoek koek op Google
Zoek koek op Wikipedia